Nee! Het permanent gebruik van het Frans of Engels als voertaal onder de deelnemers is één van de principes die CLIP hoog in het vaandel draagt vanaf 12 jaar (met uitzondering van Wégimont en Westende waar het Frans/Engels de doeltaal is voor de jongste leeftijdsgroep). Het spreekt voor zich dat het taalbad enkel op deze manier compleet is en tot echte resultaten leidt. Je vindt dit slechts bij enkele taalorganisaties terug.
De manier waarop wij hiertoe komen is laagdrempelig. Immers, je goed voelen is op een CLIP-stage een vereiste. Spreken is hierbij van het allergrootste belang. Het bruusk invoeren van de vreemde taal vormt voor velen – hoofdzakelijk de jongste en de meest timide deelnemers – een drempel waar ze moeilijk over kunnen. Wij houden meer van de lage drempel. De zachte onderdompeling in het taalbad is immers een noodzaak en een kunst. Eerst stappen alvorens te lopen. Om die reden werken we in kleine groepjes zodat de angst om te falen tot een minimum wordt herleid.
Het onmiddellijk bestraffen van elke taalfout is contraproductief. Het doet zelfs bij de meest gemotiveerde jongeren alle zin om Frans of Engels te spreken vergaan. Ruimte laten voor fouten en positieve bemerkingen doen de interesse en de motivatie alleen maar toenemen. Enerzijds krijgen jongeren die al graag met taal bezig waren een extra duwtje in de goede richting. Anderzijds kunnen de succeservaringen ook de vicieuze cirkel van slechte resultaten, afkeer van het vak,… doorbreken. Deze positieve ‘remarques/remarks’ leveren concrete beloningen en ludieke tegenprestaties van de monitoren op in de loop van de week, zowel voor de individuele deelnemer als voor de groep.
Tegelijkertijd leveren de monitoren grote inspanningen om de deelnemers te brengen tot ongedwongen taalgebruik via de leukste taalspelen en animaties. En het werkt… bijna altijd! Het gebeurt wel eens dat de helpende hand van de ouders eraan te pas komt. Wij vragen hen dan telefonisch hun zoon/dochter de bedoeling van het taalkamp in herinnering te brengen en onze actie te ondersteunen. Dit mist zijn effect niet.
Elke vakantie zit boordevol evenementen en smaakmakers. Die moet je als deelnemer als het ware verdienen door taalinspanningen te leveren. Uitzonderlijk gebeurt het wel eens dat een smaakmaker voor een specifieke deelnemer wegvalt, uiteraard pas vanaf de tweede dag. De jongeren geven toe dat dit dé methode is die werkt.
Én het heeft resultaat ! Ook wetenschappelijke studies bewezen dat jongeren vlotter spreken na een CLIPvakantie (lettergrepen/minuut, aantal en lengte van pauzes).
Een taalvakantie kan dus wonderen doen… en niet alleen op het vlak van Frans of Engels. Een jongere getuigt: “Na mijn taalkamp Frans was ik de enige die durfde spreken in de Duitse les.” Een taalvakantie is in de eerste plaats dan ook geen lapmiddel om slechte schoolresultaten weg te werken maar geeft vooral een boost aan de communicatieve en sociale vaardigheden (in de vreemde taal). Het spreekt voor zich dat je dit nog lang zal voelen, ook in je latere leven…